De 'Christelijke', d.w.z.
Kristianistische,
Jaartelling begint niet met de al of niet echt plaats
gevonden hebbende geboorte van Jezus van Nazareth, zoals velen geloven,
zelfs niet drie jaar voor of na die geboorte, zoals ook wel beweerd wordt;
nee, zij begon maar liefst 525 jaren later. Het was toen dat Dionysius
Exiguus,
'n Romeinse
monnik, weigerde de in zijn tijd doodnormale Romeinse
jaartelling nog langer te hanteren. Helemaal op z'n eentje besloot deze
eigenwijze of eigenzinnige 'Dennis de Korte' 241 jaar na het eerste
regeringsjaar van keizer Diocletianus de jaren te gaan tellen vanaf de
vermeende geboorte van zijn gods zoon, Jezus Christus.
Na 'n geleidelijke overgangsperiode hebben onmetelijke massa's deze
Kristianistische Jaartelling overgenomen. Ze heeft
het nu al 1477 jaar volgehouden, en zal met nog 23 jaar het anderhalf
millennium wel halen. Daarbij mogen we niet vergeten dat de tijdrekening
waarvoor zij ooit in de plaats kwam als universeel referentiekader zelf
ook verwerpelijk was, misschien wel veel verwerpelijker.
Hoe men ook over Exiguus'
sukces moge
denken, het bewijst wel dat het
individu niet alleen de massa volgt en hoeft te volgen, maar dat de
massa ook het individu of 'n groepje individuen kan volgen en inderdaad
volgt. Steeds weer laat de geschiedenis zien hoe dit gegeven
aangewend kan worden zowel ten goede als ten kwade, zowel in dienst van 'n
normgerichte, naturalistische als in dienst van 'n godgerichte,
supernaturalistische wereldbeschouwing, zowel voor inklusieve als voor
eksklusivistische doeleinden.
Exiguus kwam met de nieuwe jaartelling na 'n opdracht van het opperhoofd
der Katolieken
nieuwe tabellen samen te stellen voor Pasen, een van hun
steeds op 'n andere dag vallende religieuze feestdagen. Niet lang na de
uitvinding van de elektronische rekenmachine zouden programmeurs dit werk
laten verrichten door computerprogramma's waarmee je voor elk willekeurig
jaar in de verre toekomst kan uitrekenen op welke dag Pasen in dat jaar
geacht wordt te vallen.
Hoe voortreffelijk illustreren deze mechanische Paastabellen de
technologische naïviteit en het ideologisch nihilisme van hun makers:
nooit zouden deze ekstrapolerende robotten zich afvragen of bijvoorbeeld in
het jaar 2200 van de Kristianistische Jaartelling de Kristianistische
Jaartelling nog wel als algemene tijdrekening gebruikt zal en moet worden,
en nooit zouden zij zich afvragen of tegen die tijd het Kristianistische
Pasen nog wel algemeen en officieel gevierd zal en moet worden. Wat dat
betreft had Dennis de Korte veertien tot vijftien eeuwen eerder meer
fantasie: die kon zich tenminste nog 'n nieuwe jaartelling voorstellen!
|