Als je geen Grieks kent, zou je het niet zo gauw raden, maar Patroklos
staat tot Kleopatra als
'n man tot 'n vrouw met
precies dezelfde semantisch-onomastische bagage.
Net zoals die andere jongen of volwassen man Kleopatros verheerlijken ze
beiden hun vaders glorie, of herinneren ze ons eraan.
En hun moeders glorie, dan wel andere gunstige eigenschap?
Ik zou het niet weten!
Vele mensen hebben maar weinig idee van wat hun eigen voornaam betekent,
of de voornaam die ze aan hun pasgeboren kind geven.
Vaak noemen zij dat kind naar iemand anders —naar Cleopatra, die
koningin, of Vincent, die schilder, bijvoorbeeld— zonder
zich te bekommeren om de (oorspronkelijke) betekenis van de voornaam,
terwijl die vanuit het
perspektief van normen en
waarden in het algemeen juist belangrijker is dan de klank of het
woordbeeld van de naam en dan de roem van individuen.
Afgezien van de attitude die spreekt uit de semantische inhoud van
voornamen is het al 'n
seksueel-irrelevantistisch
(irrelevantist)
standpunt om uitsluitend voornamen te kiezen die
eksklusief voor 'n
jongetje of eksklusief voor 'n meisje bedoeld zijn, waardoor 'n persoon
later door het leven moet zonder epicene persoonsnaam al of niet
naast 'n vrouwen- of mannennaam.
Alleen mensen —sorry, mannen en vrouwen— die denken in
versteende seksuele stereotypen kunnen keihard ontkennen dat op grond van
hun betekenis de grote meerderheid van de voornamen gelukkig geschikt is
zowel voor meisjes, meiden en vrouwen als voor jongetjes, jongens en
mannen, en alles daartussenin.
Hier, echter, zal ik mij beperken tot 'n eigenschap van voornamen die
praktisch niets met hun betekenis of eenzijdig gebruik te maken heeft,
namelijk hun klemtoonpatroon.
Dat patroon heeft 'n onmiddellijke invloed op twee zaken:
- de manier waarop langere voornamen verkort worden
- eventuele alliteratie in samenhang met de familienaam
Het klemtoonpatroon wordt bepaald door de opeenvolging van
beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.
Hierbij kan 'n woord, en dus ook 'n naam, behalve 'n primaire of
hoofd-klemtoon
een of meerdere
sekundaire of bij-klemtonen hebben.
Zo ligt in het zelfstandig naamwoord voornaam de
hoofdklemtoon op de eerste syllabe (de 'lettergreep' van de
gesproken taal), terwijl die in het bijvoeglijk naamwoord
voornaam op de tweede ligt.
De klemtoonpatronen van deze twee woorden verschillen dus zonder meer,
maar hieruit volgt nog niet dat het morfeem naam in het zelfstandig
naamwoord vanwege zijn betekenisvolle rol geen bijklemtoon krijgt.
In het Engels zal 'n standaardwoordenboek dit aangeven, in 'n gewoon
Nederlands woordenboek kun je hier naar fluiten.
De manier waarop langere namen verkort worden
In het Oudgrieks zijn er twee uitspraakvarianten van Patroklos:
Pátroklos en Patroklôs, afhankelijk van waar
je de klemtoon legt (op respektievelijk de eerste of de derde syllabe).
(In het Engels wordt de
gelatinizeerde vorm
Patroclus in het algemeen uitgesproken met de klemtoon op de
tweede syllabe.)
Dit maakt zo'n naam lekker fleksibel voor het gebruik in metrische
gedichten.
In Homeros' Ilias wordt de ene of de andere variant gebruikt, naar
gelang het uitkomt.
Tussen verschillende talen bestaat er heel vaak zo'n verschil in
klemtoonpatroon: in het Engels ligt de klemtoon van Vincent
altijd op de eerste syllabe, net zo als in Michael; in het
Frans altijd op de tweede, net zo als in Michel.
In het Nederlands geef ik zelf, wat mijn tweede voornaam betreft, de
voorkeur aan de klemtoon op de eerste syllabe, maar de naam is, indien
niet afgeleid van, zeker verwant met Vincentius, waarin de klemtoon
op de tweede van de vier lettergrepen ligt.
Misschien verwachten de meeste Nederlandstaligen daarom ook nog
'n klemtoon op de tweede
van de (overgebleven) twee, net zoals in Machiel.
In ieder geval verklaart dit waarom de bekendste Vincent van Gogh van
alle Vincent van Goghs 'n oom had die "Oom Cent" genoemd werd in plaats
van "Oom Vins" of iets dergelijks.
Het verklaart ook waarom in het Engels Vincent in verkorte vorm
juist voorkomt als Vince en absoluut niet als Cent.
Ook de koosnaam, die in lettergrepen niet korter is dan Vincent,
is Vinny of Vinnie.
In het Engels is trouwens hetzelfde patroon van toepassing op de naam
Michael, de voornaam die in verkorte vorm als Mike
voorkomt, terwijl de bijbehorende koosnaam Mickey weer
even lang is als het origineel.
In het Nederlands wordt Michiel (0.4864%
populariteit ) of Machiel (0.0830%)
echter Chiel (0.0264%) of Giel (0.0261%) en geen Mich
(0.0001%) of Mach (0.0000%), ook al weer vanwege het
klemtoonpatroon in de oorspronkelijke, onverkorte naam.
Hoewel Mich in Nederland 'net wel' bestaat, lijkt het 'n variant
van het Engelse Mitch (0.0244%) waarin de (t)ch helemaal niet
uitgesproken wordt als de ch in Michiel.
Natuurlijk kunnen mensen uit 'n deel van de wereld met de ene taal of
hoofdtaal ook nog 'n voornaam hebben uit 'n deel met 'n andere taal of
hoofdtaal: het meertalige Michael
(0.4911% ) komt onder Nederlanders
zelfs wat vaker voor dan Michiel, en Michel (0.4170%) veel
vaker dan Machiel.
Zelfs Mike (0.2548%) is onder Nederlanders helemaal niet zeldzaam.
Het Engelse Vince (0.0464%) komt in Nederland weliswaar veel minder
vaak voor dan het (minstens) drietalige Vincent (0.3386%), het laat
Cent (0.0029%) en Sent (0.0016%) toch weer ver achter zich.
Het overvleugelt ook Chiel en Giel in de geschreven taal,
maar niet in de gesproken taal, waar de twee spellingsvarianten goed
zijn voor 0.0525% tezamen, tegenover Vince en Vins
(0.0004%) met 0.0468% tezamen.
Ik noemde al Vincentius, met Vincent als afkorting.
Gelijksoortige Latijnse namen uit mijn eigen stamboom zijn Adrianus,
Cornelius, Jacobus, Marinus en Petrus, waarvan
de vrouwelijke vormen slechts verschillen door de uitgang -a i.p.v.
-us.
Alleen de laatste van deze namen heeft, net als Marcus, de klemtoon
op de eerste syllabe, en daar blijft hij ook als de onbeklemtoonde
uitgang afvalt: het wordt Peter en Mark.
Bij verkorting van de langere namen blijft de klemtoon op z'n plaats in
Cornelis, Cobus en Marijn, maar niet in Jacob.
Bij verdere verkorting wordt Cornelis wel Nelis voor mannen
en Neeltje voor vrouwen, maar ook Cor en Corry.
Dit is vanuit het oogpunt van klemtoonpatroon alleen te verklaren indien
er variatie is in dat patroon, of indien de eerste syllabe in
Cornelis niet onbeklemtoond is, maar 'n sekundaire
klemtoon heeft,
bijvoorbeeld om 'n semantische reden.
Eventuele alliteratie in samenhang met de familienaam
Net als bij woorden en woordgroepen bepaalt het klemtoonpatroon in namen
ook of er al of niet sprake is van alliteratie, d.w.z. van echte
alliteratie in de gesproken taal tussen klank(groep)en die 'n (primaire
of anders sekundaire) klemtoon hebben.
Mickey Mouse is al wel alliteratie, maar van 'n beetje erg
gemakkelijke kant-en-klare
(rough-and-ready)
soort.
Hetzelfde geldt voor de fiktieve Nederlandse naam Giel de Gaai.
(Ik hoop niemand te beledigen en doe mijn best geen bestaande kombinaties
van voor- en achternaam als voorbeeld te nemen.)
Het is dit soort alliteratie dat verantwoordelijk is voor het foutieve
gebruik van beginrijm en beginletterrijm als synoniemen
voor de term allit(t)eratie.
De naam Michiel van Giethoorn is al heel wat gesofisticeerder om
verschillende redenen:
- de twee delen waar het om gaat beginnen met verschillende letters,
hetgeen duidelijk laat zien dat alliteratie geen
kwestie is van
spelling, maar alleen van uitspraak
- in de voornaam ligt de klemtoon op de tweede, in de achternaam op de
eerste syllabe, hetgeen duidelijk laat zien dat alliteratie
gedragen wordt door beklemtoonde lettergrepen ongeacht hun plaats in
de voor- of achternaam
- de lettergrepen die de alliteratie dragen (chiel en
giet) beginnen zelf ook nog eens met verschillende letters,
terwijl de beginklanken of -fonemen hetzelfde zijn, zoals
vereist
In zekere zin nog vernuftiger dan Michiel van Giethoorn is
Amanda Termijtelen, omdat hier noch in de voornaam, noch in de
achternaam, de klemtoon op de eerste syllabe valt.
Weliswaar beginnen de lettergrepen die de alliteratie dragen
(man en mij) hier wel met dezelfde letter in de spelling,
maar dit weegt niet op tegen het feit dat dit voorbeeld heel goed aantoont
dat alliteratie niets te maken hoeft te hebben (eigenlijk 'heeft') met het
begin van woorden of namen.
In de eveneens fiktieve naam Marijn Verrijn komt daar ook nog eens
rijm, d.w.z. eindrijm, bij.
De naam Marijn is niet alleen afgeleid van Marinus, maar
ook van Marina, en betekent van de zee.
Deze voornaam is dus zowel
qua oorsprong als qua
betekenis uitermate geschikt voor personen, ongeacht geslacht.
(Voor 'n veeltalige lijst van al bestaande of mogelijke persoonsnamen
zie mijn artikel
Given Names for
Persons op TRINPsite.)
Ooit voelde het voor mij alsof er 'n dubbele alliteratie zat in mijn eigen
kombinatie van voor- en achternamen, maar met mijn grotere aandacht voor
dit onderwerp, en zelfs 'n
Vocabulary of Allitteration voor
This Language, weet ik
inmiddels wel beter.
Om te beginnen zit er in de naam Machiel van Mechelen al geen
alliteratie, alleen beginklankkonsonantie, waarvoor geen
klemtoon, zelfs geen sekundaire, vereist is.
Met Vincent voor van is er evenmin alliteratie, omdat
van, net als Ma-, onbeklemtoond is.
Wel geven Vincent en van, net als Machiel en
Mechelen weer beginklankkonsonantie.
Ik kan niet eens wat smokkelen door mijn eerste voornaam toch uit te
spreken met 'n klemtoon op de eerste syllabe, want zolang er niet
voldoende Machs of Maggen zijn, zou ik bij 'n kenner direkt door de mand
vallen.
M. Vincent van
Mechelen
77.LZW
|