Kerstmisvierende kalkoenen
en Slachtfeestvierende schapen doen alles wat in haar of hun vermogen ligt
om de
seksuele irrelevanties en
asymmetrieën in de Bijbel en de Koran te negeren, te ontkennen of
zelfs goed te praten, ook al dragen ze zelf het brandmerk van de kunne
der zwakke vaten.
Dezelfde soort apologetische opstelling hebben zij wanneer het om de in die
geschriften voorkomende
etnische of raciale
irrelevanties en asymmetrieën betreft, ook al maken zij zelf deel uit
van 'n ras dat het als ongunstig beschreven kenmerk heeft, of juist niet
van 'n groepering onderscheiden door bloedverwantschap of taal en
uitverkoren door 'n als Opperwezen naar voren geschoven eigen god.
En dezelfde soort apologetische opstelling hebben zij wanneer het om de in
die geschriften verwoorde houding ten aanzien van de seksuele geaardheid
van medemensen gaat, ook al treffen zij die geaardheid bij zichzelf aan.
Kerstmisvierende kalkoenen --ik beperk me nu even tot deze
species-- die niet uitsluitend heteroseksueel zijn, beweren
maar al te graag dat de Bijbel nergens homoseksualiteit veroordeelt.
Wat de Bijbel wel zou veroordelen, is het misbruiken van gasten voor eigen
seksueel genot, 'n soort zedenbederf waar we natuurlijk allemaal op tegen
zijn.
De 'zonde' zou dan niet de homoseksualiteit zijn maar het seksueel
misbruik,
althans van
gasten.
Indien we, ten behoeve van het argument, 'n deel van het verhaal als echt
gebeurd aannemen, zou de vulkaanuitbarsting en/of aardbeving die de steden
Sodom en Gomorra in Kanaän zo hard trof 'n straf van de Bijbelse
godheid zijn voor de door de betreffende stedelingen
--ongetwijfeld 'n verschrikkelijke
generalizatie--
begane zonde, niet van de 'tegennatuurlijke ontucht', maar van de
ongastvrijheid!
Degenen die de godsdienstige uitleg zo lezen, of met veel instemming en
plezier voor zich laten lezen (waaronder uiteraard ook meelevende en
minder eksklusivistisch denkende uitsluitend heteroseksuele mannen),
verzwijgen of vergeten dan even dat het in de Bijbelse vertelling niet gaat
om mensen die ongastvrij zijn jegens andere mensen, doch om
mannen die er homoseksuele
praktijken op na houden, toch
niet representatief voor alle mannen, laat staan mensen, zou je zeggen.
Zij verzwijgen of vergeten dan even de gewoonte in bepaalde kringen van
om elke natuurramp (mede) te wijten aan de 'zonde' van de homoseksualiteit
die door 'n als almachtig voorgestelde, wraakzuchtige of jaloerse god
bestraft wordt.
(Ik heb het dan over kringen door alle tijden heen.)
Zij verzwijgen of vergeten dan even de gewoonte in dezelfde kringen om
vijanden te pas en te onpas als allemaal homoseksueel af te schilderen; en
als 'ongelovig', d.w.z. het geloof dat henzelf in hun opvoeding meegegeven
of opgelegd is niet aanhangend.
(Etymologically speaking buggers were Bulgarians, that is, sodomites
and heretics.)
En zij verzwijgen of vergeten dan even de gewoonte in die kringen om met
name alle seksualiteit van mannen onderling zo negatief mogelijk voor te
stellen, onder andere als de seksualiteit van gasten- en
kinderverkrachters.
Om dan te denken dat 'n dergelijke verzameling geschriften die niet vies
is van eksklusivistische
mytes en opvattingen over
vrouwen, over 'n zwarte huidskleur (als straf), en vele andere menselijke
en niet-menselijke zaken het niet over jou heeft, omdat jij 'n homo- of
biseksueel bent die geen gasten, geen kinderen en nooit iemand verkracht,
is niet zomaar naïef.
De (overigens volslagen onnatuurlijke)
heeft twee kanten, en de feestgangers die zich blindstaren op 'n toch heel
mooi en goed lijkende boodschap aan de ene kant, en op de leuze
GOD ZIJ MET ONS op de rand,
zullen in hun verdwaasdheid geen idee hebben waar ze zich mee aan het
associëren zijn.
Totdat ze na de vieringen (indien ze het geluk hebben die te mogen
overleven) weer heel nadrukkelijk gekonfronteerd worden met de verkeerde
kant -- van die munt, wel te verstaan.
67.LNO-MNW
|